'Ja… Ja… JAAAA…Tempo bij…TEMPO BIJIJIJ!!!' Mijn voeten
roffelen op de mat van de boksschool terwijl de luide stem van de trainer me
opjaagt. Mijn bokshandschoenen tikken in hoog tempo tegen de zak. Nou ja, hoog.
Naast me doet een beer van een vent dezelfde oefening twee keer zo snel en zo
te zien met veel minder moeite. Een ventilator blaast het zweet van mijn
gezicht. Zo’n vijf jaar geleden ben ik weer gaan lopen. Kort daarna volgde mijn
eerste bokstraining. Dat laatste deed ik toen vooral om snel in conditie te
komen. En ik vind het leuk! In een uur ga ik meerdere keren stuk, en er is geen
training waar ik me na afloop zo energiek door voel. Boksen moet me nu vooral uit
de valkuil van het inzakken houden. Lopen is meer dan alleen je benen bewegen.
Rechtop blijven in een lange duurloop vraagt iets van je bovenlijf. Ik ben niet
iemand die daarvoor thuis allerlei oefeningen gaat doen. Een springtouw, wat
gewichten en een yogamatje vormen een zielig hoopje van wat eens goede
bedoelingen waren. Voor mijn eerste marathon, vier jaar geleden, had ik bedacht
dat boksen en lopen elkaar goed zouden aanvullen. Toen hield ik die combinatie
echter niet vol. Dan twijfel ik gelijk aan het idee. Tot ik in Runner’s World van
deze maand een artikel over Krav Maga (Israëlische vechtsport) las, waarin de
voordelen van een vechtsport voor lopers worden belicht. Het is goed voor je
hele lijf en bevordert ook je zelfvertrouwen. Zie je wel, ik ben niet gek. In mijn marathonschema
2018 is woensdagavond daarom boksavond geworden en lukt het met passen en meten
om vier keer per week te blijven lopen. Intussen staat de volgende uitdaging
voor de deur. Het vriest en de schaatsen gillen boven dat ze uit het vet
willen. Hoe krijg dat ik dat nou weer in het schema gepast?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten