zondag 22 december 2013

Fantaseren


Op deze doordeweekse avond kies ik voor een 10k rondje om de velden, waarvan zo'n 4 km over een onverlichte weg. Ik loop alleen, het is al laat in de avond. Om deze tijd kom je hier niemand tegen. De Rotte aan de ene kant, kaal landbouwgrond aan de andere. Ik loop over de dijk als ik op 10 uur de koplampen van een auto zie komen. Hij draait de weg uit die ik zo in zal slaan en rijdt over de onderweg langs het omgeploegde veld. De bestuurder draait de auto 180 graden terug in richting waar hij vandaan kwam. De motor gaat af, de koplampen uit. Ik loop er op zo'n 30 meter afstand langs, kan niet zien wat zich in de auto afspeelt. Nu heb je tijdens zon trainingsronde alle tijd om je gedachten uitgebreid hun gang te laten gaan. Een paar minuten later draai ik de weg in waaruit de auto kwam. Mijn fantasie gaat intussen met mij op de loop. Wat gebeurt er in die auto? Een vrijend stelletje? Een criminele transactie in het Zevenhuizens circuit? Ben ik onbedoeld een riskante getuige. Mijn verbeelding schakelt naar de vierde versnelling. De bestuurder kijkt zijn maat aan. Die hardloper kunnen we niet laten lopen, zegt hij verbeten, die heeft ons vast gezien. Hij start de auto, geeft vol gas, scheurt de bocht om en jakkert achter me aan. Ik hoor de auto boven de muziek in mijn koptelefoon uit naderen. Zie mezelf slim de berm opzoeken. De lichten naderen. Ik stop draai me om, blijf cool en kijk recht naar het snel naderende voertuig. Op het laatste moment spring ik opzij, rol atletisch over de grond. De auto mist me volledig, vliegt over de berm en greppel en ploft met 4 wielen in het drassige land. Hij zit direct muurvast. Ik sta op, klop het vuil van mijn modieuze hardloopjack en vervolg onverstoorbaar mijn weg. De tierende criminelen in het veld achterlatend. Ik kom weer terug de realiteit. Kijk toch maar even om. De weg blijft leeg, misschien toch maar beter zo.

zondag 15 december 2013

Mentale bagage


De mist kruipt steeds dichter om de eenzame loper heen. Een flauwe halve maan probeert vergeefs de laaghangende nevel te doorboren. Bomen flankeren iedere zijde van de slingerende weg, daarachter is het duister. Onverstaanbare stemmen klinken door de mist. Het lijkt wel een scene uit een matige B-film. Mijn fantasie neemt de vrije loop. Ik vertraag ongemerkt. Behoedzaam. Lichtjes dansen mijn richting op. Het blijkt een groep tegemoet komende lopers. Als ze me gepasseerd zijn versnel ik om het open stuk verderop te bereiken. Ik ken deze weg op mijn duimpje en toch laat ik mijn tempo door mijn gedachten beïnvloeden. Gedachten en lopen vormen een wisselwerking. Mentale vermoeidheid leidt tot lichamelijke vermoeidheid en andersom. In de Runners World van december staat een interessant artikel over het overtreffen van je prestaties door je brein te trainen. En ik maar denken dat het alleen om schemas en kilometers maken gaat. Sterker! Ook je herstel kun je denkend beïnvloeden. Marianne, expert in ontspanningstherapie, legt me geduldig uit dat je mentale toestand invloed heeft op het herstellend vermogen van je lichaam. Bij gelijke omstandigheden is aangetoond dat je lichaam minder goed hersteld als je de mentale belasting (stress) in stand houdt. Glimlachend concludeer ik dat me druk maken om een blessure de tijd verlengt dat die blessure duurt. Ook neem ik nogal wat gedachten op de bagagedrager meeneem tijdens het lopen. Toch eens proberen die thuis te laten en me op het lopen concentreren. Van de omgeving genieten. In het artikel wordt glimlachen tijdens de loop aangehaald als stimulans voor een automatische versnelling (en snellere tijd). Tijdens de ochtendtraining dook het prachtige liedje Why Not Smile op de koptelefoon tevoorschijn. Misschien moet ik dat nummer wel tijdens de hele marathon draaien. Kijken wat dat met mijn tijd doet.

zondag 8 december 2013

Aanpassen


Mijn zoon en ik lopen samen de Erasmusbrug op. Mijn eerste training sinds de 1,5 week rust voor de scheenblessure. Een rustig tempo, rondje van zo'n 45 minuten. Gewoon weer even inkomen en wachten op de reactie in mijn schenen. Een flauw zonnetje verlicht de gebouwen aan de overkant. Er zijn meer lopers op de brug. Toch anders dan een rondje Rotte in je eentje. Het heeft iets gezelligs. Met elkaar zonder elkaar te kennen. Als een feestje vol onbekenden waar je toch een leuke avond beleeft. Ik zie de foto  van een eerdere Rotterdamse marathons voor me. De brug vol lopers. Het beeld stemt me vrolijk. Door de blessure ben ik over mijn trainingsmethode gaan denken. Er moet blijkbaar eerst iets mis gaan. Mijn zelfbedachte mix van krachtoefeningen en  duurlopen is te belastend. Tijd voor focus. Bokstraining hielp mij eerder dit jaar in een korte tijd van rsi klachten af. Die inspanning bleek een beter medicijn dan de rust die de fysio voorschreef. Dat blijft. Zonder duurloop geen marathon, dat blijft ook. Er is wel meer variatie nodig. Verschillende soorten ondergrond. Mijn vrouw tipt een loopgroep in de buurt. Met ervaren trainers. Ook tijd om aandacht aan de looptechniek te besteden dus. Beter worden. In een keer wordt het eenvoudig. Eén tot twee keer boksen en drie tot vier keer lopen in de week. Goed te plannen en beiden met hun eigen dynamiek. Leuk perspectief. De dag na de bokstraining voel ik mijn schenen voor het eerst een tijdje niet meer. Het zeurderige is er uit. Het lopen bouw ik weer op. Zondag stap ik in de auto op zoek naar zachte bospaden. Hoe dan ook, op 13 april loop ik in de menigte over die brug.

woensdag 4 december 2013

Au!


Mijn schenen melden zich. Een zeurderig gevoel, out of the blue. Als een kind dat de aandacht van moeder vraagt door zachtjes aan haar rok te trekken, terwijl ze dacht dat hij rustig aan het spelen was. Nu nog niet vervelend, maar als je er geen aandacht aan geeft kan dat snel veranderen. Wat is er aan de hand? Google biedt uitkomst. Verdorie, een shinsplint. Nog nooit van gehoord, wel de meest voorkomende blessure bij lopers. Wat doe ik eraan? Rust geven! Verdorie, maar het gaat net zo lekker. De kilometers vliegen onder mijn voeten door. Wat moet ik nog meer doen? Koelen met ijs en oefeningen.  Na een paar dagen rust vind ik mezelf bovenaan de trap om de spieren van mijn schenen te versterken. Als een dreinend kind zeurt het ik wil lopen door mijn hoofd. Maar goed, dat helpt niet. Rustig oefenen. Ik vind dit is zo saai. Gek is dat, buiten loop ik intussen 2 uur aan één stuk en dan voel ik een weldadige rust opkomen. Een oefening in huis ben ik binnen 2 minuten helemaal zat. Dit gaat mijn geduld pas echt op de proef stellen. De onzekerheid slaat direct toe. Haal ik het nog wel? Ik zie mezelf weer op de Coolsingel naar de finish lopen. Nu duikt er uit het publiek echter een enorme beer op die zich tussen mij en het finishdoek opstelt. Het idee om op 13 april niet te kunnen lopen. Dat is pas echt au!