Gelukkig, de donkere maanden zitten er weer op. De twijfel
sloeg toe. Niet zozeer de afstand, meer de parcourtijd. Tevens voel ik voel de
knellende kracht van het schema. De moeite die het kost om dat in een drukke
week in te passen. Niet eens zozeer het lopen zelf. Het gaat meer om de tijd
eromheen. Het bijkomen van een lange of intensieve training. De rust die
minstens zo belangrijk is als de inspanning. De energie ontbrak om er iets over
te schrijven, terwijl ik dat juist zo leuk vind. De kers op de taart van de
prestatie. Misschien komt de dip ook om dat ik door de ervaring mijn
verwachtingen steeds bijstel. Van een voor mijn doen snelle tijd naar het besef
dat uitlopen voor nu al fantastisch is. Zo gaat dat met onrealistische doelen,
die verdwijnen in de mist. Dan vraagt het inspanning om ze bij te stellen omdat
ze volledig uit beeld laten verdwijnen zo veel makkelijker is. Vanochtend weer
op pad voor een 16 km rondje, de voorbode voor een periode met de echt lange
stukken van rond de 30 km. De wind verwelkomt me, laat het water van de Rotte
schuimen. Ik boks er tegenin met de wetenschap dat ik zo gedragen wordt. Zo is
de wind tegenstander en vriend tegelijk. Een symbool voor dit traject,
weerstand overwinnen en me laten dragen door de positieve ontwikkelingen.