Trots en blijdschap overheersen na mijn
vierde Rotterdamse marathon. Merkwaardig, want een mix van uitdroging en luchtgebrek
bezorgen me mijn langzaamste tijd ooit. Toch juichen mijn kinderen als ik op de
Coolsingel de laatste energie uit mijn krampende lijf pers. En daarmee begon de
trots. Want mijn vrouw heeft het op haar eerste marathon fantastisch gedaan. Mijn
dochter liep een PR, ruim binnen de vier uur, wat een kanjer. Mijn zoon knalde
de straatstenen eruit tijdens een prachtige kwart marathon. Zijn vriendin had
dienst op de spoedeisende hulp en deed er alles aan om onfortuinlijke lopers weer
op de been te helpen. En ik mag deel uitmaken van een fantastische groep mensen
die met elkaar naar dit evenement toeleefden en samen de stier bij de horens
pakten.
Onze loopgroep telt deze editie meer dan vijftig deelnemers. De samenhorigheid van de gezamenlijke trainingen vloeit ook door de startvakken heen. Bij iedere startgolf denk ik aan degenen die al aan hun tocht beginnen. Ik proef de opgetogen en nerveuze sfeer bij mijn maatjes in startvak vier. Terwijl ik vlak na de startmatten Lee Towers een high-five geef struikelen voor me twee van hen over elkaar heen. Schrik, bloed, opstaan, doorgaan. We blijven een aantal kilometers in een groepje, daarna kiest ieder een eigen tempo. Mijn vrouw en ik lopen samen door.
Onze loopgroep telt deze editie meer dan vijftig deelnemers. De samenhorigheid van de gezamenlijke trainingen vloeit ook door de startvakken heen. Bij iedere startgolf denk ik aan degenen die al aan hun tocht beginnen. Ik proef de opgetogen en nerveuze sfeer bij mijn maatjes in startvak vier. Terwijl ik vlak na de startmatten Lee Towers een high-five geef struikelen voor me twee van hen over elkaar heen. Schrik, bloed, opstaan, doorgaan. We blijven een aantal kilometers in een groepje, daarna kiest ieder een eigen tempo. Mijn vrouw en ik lopen samen door.
Rotterdam kroont zich ook vandaag weer tot
koningin van de lente. Mijn hartslag klimt met de snel stijgende temperatuur
mee. Tot het halve marathon punt lopen we redelijk vlak, daarna kruipt het
tempo omlaag tot ik maar stop met meten. Op de Erasmusbrug stuwen onze zoon en vrienden
ons vooruit. Richting het Kralingse Bos wisselen wandelen en lopen elkaar steeds
meer af. Ik denk het bos dichterbij dan het is. Het onovertroffen loopgroep
steunpunt rond de drieëndertig kilometer is een oase. Gulzig klok ik er een
flesje cola weg. Dat helpt tot we twee kilometer verder splitsen. Mijn vrouw
loopt soepel door. Zo’n vierenhalf uur na de start doen PR en eindtijd er voor
mij niet meer toe. Die klap, daar baalde ik in vorige edities stevig van. Deze
keer voel ik een berusting die tot de finish bij me blijft.
Tijdens een marathon beleeft ieder zijn eigen heroïek. Het is een reis die je tijdens de voorbereiding en gedurende de loop veel over jezelf leert. Mijn grootste helden zijn deze keer degenen die door blessures of ziektes niet in een startvak konden staan. Die bleven er toch bij. Tijdens de voorbereiding door mee te gaan op trainingslopen, met tips, met aanmoedigingen. Aan de start ons toejuichend, onderweg drankjes uitdelend of al append voluit meelevend vanuit hun huis. Op een medaille viering na afloop applaudisseren ook degenen die door de warmte uitvielen even hard mee als degenen die hun medailles en records haalden. We zijn bij elkaar in een sfeer waarin ieders prestatie even hard telt. Ik loop over van trots dat ik van dit alles deel mag uit maken.