zondag 8 april 2018

Het is zover



Samen met mijn dochter wandel ik naar het startvak bij de Erasmusbrug. Er heerst een nerveuze sfeer in de stad terwijl wij ons op de Coolsingel voegen in de stroom lopers en toeschouwers. Het weer is aangenaam, beetje fris nog. Om half tien zeg ik hardop een aanmoediging voor mijn vrouw en zoon, die een paar honderd meter verderop starten voor de kwart marathon. De afgelopen jaren is hardlopen bij ons een gezinsding geworden, en dat alleen al maakt alle inspanning de moeite waard. Nadat Lee Towers alle marathonners op het hart heeft gedrukt dat ze nooit alleen lopen klinkt het startschot. Na een tiental meters gaan we direct de brug op. Dat gaat in een rustig tempo, want de brug is afgeladen met lopers. Het wordt al snel warm. De eerste kilometers gaan redelijk. Ik hou me aan mijn tempo, drink regelmatig en pak bijtijds mijn eerste gelletje. Het is dringen bij de drankposten. Bij één ervan word ik getackeld en maak bijna een buikschuiver over de platgetrapte sponsjes. Ook de tweede doorkomst over de Erasmusbrug gaat nog goed, hoewel mijn kuiten hum eerste protest laten voelen. Mijn supporters staat strategisch bovenop de brug, een extra motivatie om goed te klimmen.

Richting het Kralingse bos neemt het aantal wandelende lopers om mij heen gestaag toe. Het lijkt wel een etappe uit een wandelvierdaagse te worden. De oorzaak laat zich ook bij mij goed voelen. De zon is door het wolkendek gebroken en het wordt warmer en warmer. Tot de dertig kilometer hou ik mijn tempo redelijk vol, daarna is het gedaan. Zowel mijn maag als kuiten schieten in een kramp waar ik niet meer vanaf kom. Mijn laatste gelletje komt er bijna weer net zo hard uit. Ik strompel nog richting het steunpunt van onze loopgroep in het Kralingse bos en ben heel blij een aantal hardloopmaatjes daar te zien. Ik hoop dat de cola die ik meekrijg als een soort toverdrank uit de strips van Asterix zal werken.


Helaas, het mag niet meer baten. De laatste tien kilometers zijn een mix van wandelen en dribbelen. Dat laatste hou ik steeds een minuut vol, daarna schiet de kramp er weer in. Ik finish uiteindelijk nog net binnen de vijf uur, zo'n half uur boven mijn gehoopte eindtijd. Terwijl mijn gezin me opvangt schud ik de teleurstelling van me af. Mijn dochter liep binnen de vier uur, megagoed.



Achteraf hoor ik bij de loopgroepborrel hoe zwaar mijn maatjes het hadden. Iedereen heeft in meer of mindere mate tijd verloren onderweg. Eigenlijk niet zo gek met die plotselinge warmte na maanden trainen onder winterse omstandigheden. Een vraag blijft door mijn hoofd spelen. Hoe had ik het anders kunnen doen zodat ik bij de dertig kilometer wel had kunnen doorzetten? Of zal ik op dat beruchte punt een volgende keer weer vastlopen? Er is maar één manier om daar achter te komen, volgend jaar weer meedoen. Wanneer start de inschrijving  voor Rotterdam 2019?          

zondag 1 april 2018

Flow


‘Als je gaat denken gaat het fout,’ zegt mijn boksleraar met enige regelmaat tijdens een les, terwijl ik de combinaties probeer uit te voeren die hij net heeft uitgelegd. Linker directe – rechterhoek – linker opstoot – rechterhoek bijvoorbeeld. Zo’n combinatie correct uitvoeren gaat alleen als je in een ritme komt. Zodra je het bewust probeert te doen reageert je lijf anders. Dan komt er ineens een stoot die helemaal niet in de combinatie past of gooi je de volgorde door elkaar.  Een marathon lopen is ook je ritme vinden, het ritme van de pas, van je hartslag, van het schema. Om tijdens de wedstrijd niet te hoeven denken, dokter ik van tevoren alles uit. Dat zegt ook iets over mijn neiging controle te willen houden, maar dat even terzijde. Op paasochtend heb ik het schema voor mijn eindtijd op papier uitgerekend, inclusief een rustige start en eindsprint(je) op de Coolsingel. Die voorbereiding geeft rust, net als het voedingsschema en de wetenschap dat er bij het loopgroep steunpunt een flesje sportdrank voor me klaar staat. De week voor de wedstrijd wil ik zo min mogelijk afleiding. Zo werd ik afgelopen week kriegel van een weerman die meldt dat hij pas komende donderdag weet hoe het weerbeeld zich ontwikkelt en dat het twee kanten op kan gaan. Een relativerende gedachte komt op als ik terugdenk aan de afgelopen maanden. Als je van de reis kunt genieten wordt de bestemming minder belangrijk en vreemd genoeg neemt de kans dat je die bereikt dan juist toe. Ik heb genoten van de trainingen en voorbereidingen met elkaar, dat pakt niemand meer af. Ik ga genieten van het lopen van de marathon van Rotterdam. Ik kan bijna niet wachten, nog zes dagen te gaan.