zondag 27 oktober 2013

Het schuift op

“Als je goed getraind bent gaat de marathon vanzelf” zegt de verkoper van Starshoe met de stellige overtuiging van de ervaringsdeskundige. Intussen schuift hij de tas met jack en broek naar me toe. “Succes”, geeft hij me gratis mee. Ik heb me laten verleiden het allerduurste jack uit de collectie te kopen. Waterafstotend, toch ademend, een topstuk, een must have. Eerlijk is eerlijk, het staat me goed en zit prima. Mannen zijn tenslotte net zo ijdel als vrouwen, ze verstoppen het alleen achter de functionele eigenschappen van het product. Er gaan veel uren in dit avontuur zitten, zie ik er in ieder geval goed uit. Terwijl ik de winkel uitloop voelt het toch alsof ik de gloednieuwe carrosserie van een BMW Z4 heb gekocht voor een Opel Corsa die aan een APK toe is. Dat geloop doet toch al een aanslag op het huishoudbudget. Verantwoord eten, superfood erbij, extra fruit, alles vers. Een pak mergpijpjes van de Euroshopper was een stuk goedkoper. Wel lekkere recepten gevonden, check deze eens.

Diezelfde middag de lange duurloop. Het eerste uur gaat lekker, daarna treedt het verval geleidelijk in. Het laatste half uur wordt een marteling. Alles doet zeer. Het voelt alsof ik met Badr Hari heb gespard, die ook nog eens een slecht humeur had. Het schuift op. In januari was 2 km te ver, nu loop ik al een uur redelijk relaxed. Het helpt daarbij stil te staan. De vooruitgang te zien en te merken hoe het moeilijke moment later komt. De heerlijke rust in mijn hoofd te waarderen, waarmee het lopen de muizenissen van een drukke dag naar de achtergrond verplaatst. De laatste 200 meter krijg ik een enorme stortbui over me heen. Had ik nu toch maar dat nieuwe jack aangedaan. Doorweekt stap ik over de drempel waar Dire Straits me met Walk of Life verwelkomen. Levensloop in analogie met de marathon, er zijn slechtere vergelijkingen te trekken.

zondag 20 oktober 2013

Uitvoering voor snelheid


Mijn schenen glibberen in het zweet van zijn kuiten. Onze in elkaar gehaakte onderbenen schieten bijna los tijdens een afsluitende buikspieroefening op de zondagochtend van een weekend dat ik mijzelf stevig aanpak. Bootcamp tijd. ‘Uitvoering voor snelheid’ is het motto. De combinatie van grenzen zoeken en heel blijven vraagt om technisch goede uitvoering van de oefeningen. Het gaat om de balans tussen korte termijn succes en lange termijn prestatie. Nu forceren kan betekenen niet of slecht voorbereid deelnemen aan de marathon. Ik wil sneller worden, maar mijn looptempo blijft laag. Mijn streeftijd heb ik al een keer aangepast, dat wil ik niet nog een keer doen. Geduld wordt daarmee even belangrijk als doorzettingsvermogen. Rotterdam 2014 nadert met intussen met rasse schreden. Mijn onderbewustzijn schuift een tweede doel naar voren. De marathon van Dublin in oktober 2014. Dat ligt verder weg, veilig opgeborgen in de mist van de tijd. Alsof ik nu al een opvangkussen nodig heb voor de eventuele teleurstelling als het eerste doel uiteindelijk onbereikbaar blijkt te zijn.

Zaterdag passer ik tijdens de duurloop een stretchende loper. Hij ziet eruit alsof hij me er met gemak dik uit gaat lopen en dat doet hij even later ook. Ik hou mijn tempo aan. Als ik in de laatste kilometers richting zonsondergang loop gaat mijn telefoon anex walkman anex voortgang bewaker. Hijgend en proestend neem ik op. Mijn vrouw vraagt waar ik blijf want het eten is klaar. ‘Sorry schat, afstand verkeerd ingeschat’. Ik zet aan, want dat doe je als je vrouw met het eten wacht. Er volgt geen noemenswaardige tempoversnelling. Ik plof hijgend aan de gedekte tafel. Lekker goulash! pilsje erbij! koffietje toe! Een half uur later lig ik uitgeteld op de bank met buikkrampen waar een hoogzwangere vrouw toch even bezorgd de verloskundige voor zou bellen. ‘Uitvoering gaat voor snelheid’ blijkt op meer vlakken te gelden.

zondag 13 oktober 2013

Alle beetjes helpen


Het is donker, zo donker dat het lijkt alsof ik recht de muil van een gestrande potvis ben ingelopen. In de verte nadert een wit lichtje. Ik draai mijn arm onhandig voor mijn lijf om met het verlichte scherm van mijn smartphone de naderende fietser te waarschuwen. Heel toepasselijk zetten de Veils ‘my guiding light’ in. Niet alleen ben ik onzichtbaar, mijn gehoor blokkeer ik met een mix van favoriete liedjes. Lampjes heb ik niet, ik liep toch alleen in de zomer. Dan ging dat prima. Over gebrekkige voorbereiding gesproken. Ik loop door en bedenk me dat een helder doel stimuleert. In mijn geval Rotterdam 42k. De live uitzending van Ajax - AC Milan laat ik vanavond lopen om het zelf te doen. Het duister neem ik voor lief. Dat deed ik begin dit jaar wel anders. Met bier en chips op de bank wedstrijdje kijken, ook lekker hoor!!

De zondag erop loop ik deels dezelfde route langs de Rotte. Molenwieken lijken het grijze wolkendek aan te raken. Sinds de halve marathon van Den Haag valt het lopen me zwaar. Ergens heeft de gedachte zich genesteld dat dit doel een stuk groter is dan ik in mijn eerste enthousiasme realiseerde. Doelen schuiven als grenzen worden bereikt of buiten bereik lijken. Ze worden groter of kleiner al naar gelang je voortgang in de praktijk. Mede gevoed door wat je belangrijk vindt. Maar wat vind je dan belangrijk? Voor mij is een dag pas waardevol als ik iets heb gedaan. Vermoeiend, want daarmee is niets doen geen optie. Een mix van vrolijk optimisme en moedeloosheid overvalt me. Hoeveel meters nog tot Rotterdam42k? Een leuke vrouw jogt me tegemoet, haar blonde paardestaart swingt ritmisch op haar rug, een korte hi, een kleine lach. Witte letters schreeuwen vanaf haar zwarte shirt 'No Bounderies No Limits'. Tegelijk speelt Muse ‘feeling good’. Ik lach en voel de dip verdwijnen. Alle beetjes helpen!

zondag 6 oktober 2013

Het gaat branden

Ik lig op een nat grasveld in een heerlijke herfstzon, ergens in een woonwijk in Nieuwerkerk, gebouwd in de tijd dat huizen als broodjes over de toonbank vlogen. Huisjes netjes op een rij, grasveldje ervoor en klaar was Kees de projectontwikkelaar. Afgelopen week na de halve marathon van Den Haag rustig aan gedaan. Herstellen heet dat in het runnersjargon, even geen zin in mijn vocabulaire. 'Het gaat branden' zegt Melvin voorafgaand aan de oefening die we met zijn 12en doen. Hij is onze bootcamptrainer. Bootcamp? Ja, ik bootcamp (is dat wel een werkwoord?) om naast het lopen aan mijn kracht te werken. Ik geloof in het positief effect van algehele krachttraining op mijn marathon prestatie. We doen sit-ups. Mijn buikspieren branden terwijl mijn buddy heen en weer rent over het gras. Bij bootcamp heb je een buddy. Dat klinkt serieus, bijna alsof je op een levensgevaarlijke missie bent. In werkelijkheid is het bedoeld als stimulans om meer uit de oefeningen te halen. Zo direct mag ik rennen, des te harder ik ren des te minder buikspieroefening hoeft hij te doen. Na 14 dagen zonder krachttraining is mijn bovenlichaam behoorlijk leeggelopen. Verdorie, wat gaan spieren hard achteruit als je er geen aandacht aan besteed. Een beetje zoals een relatie of vriendschap, zonder aandacht loopt die ook leeg. Omdat ik niet onder wil doen voor de anderen gooi ik er een schepje bovenop. Best een lastige eigenschap, niet onder willen doen voor. Het houdt mij bezig op momenten dat ik het ook wel eens wat rustiger aan wil doen. Melvin moedigt aan, 'verleg je grenzen'  nog zo'n gevleugelde kreet in het bootcamp wereldje. Waar ligt mijn grens? Of moet ik daar niet over nadenken? Is verleggen het doel en loop je vanzelf tegen je grens aan? Zijn stimulans werkt ook positief. Na een uurtje intensieve inspanning swingt James Brown mee als ik tevreden naar mijn auto loop, I feel good. I knew that i would now!