Op deze doordeweekse avond kies ik voor een 10k rondje om
de velden, waarvan zo'n 4 km over een onverlichte weg. Ik loop alleen, het is
al laat in de avond. Om deze tijd kom je hier niemand tegen. De Rotte aan de
ene kant, kaal landbouwgrond aan de andere. Ik loop over de dijk als ik op 10
uur de koplampen van een auto zie komen. Hij draait de weg uit die ik zo in zal
slaan en rijdt over de onderweg langs het omgeploegde veld. De bestuurder
draait de auto 180 graden terug in richting waar hij vandaan kwam. De motor
gaat af, de koplampen uit. Ik loop er op zo'n 30 meter afstand langs, kan niet
zien wat zich in de auto afspeelt. Nu heb je tijdens zo’n trainingsronde alle tijd om je gedachten uitgebreid hun
gang te laten gaan. Een paar minuten later draai ik de weg in waaruit de auto
kwam. Mijn fantasie gaat intussen met mij op de loop. Wat gebeurt er in die
auto? Een vrijend stelletje? Een criminele transactie in het Zevenhuizens
circuit? Ben ik onbedoeld een riskante getuige. Mijn verbeelding schakelt naar de
vierde versnelling. De bestuurder kijkt zijn maat aan. “Die hardloper kunnen we niet laten lopen”, zegt hij verbeten, “die heeft ons vast gezien”. Hij start de auto, geeft vol gas, scheurt de bocht om en
jakkert achter me aan. Ik hoor de auto boven de muziek in mijn koptelefoon uit naderen.
Zie mezelf slim de berm opzoeken. De lichten naderen. Ik stop draai me om, blijf
cool en kijk recht naar het snel naderende voertuig. Op het laatste moment
spring ik opzij, rol atletisch over de grond. De auto mist me volledig, vliegt
over de berm en greppel en ploft met 4 wielen in het drassige land. Hij zit
direct muurvast. Ik sta op, klop het vuil van mijn modieuze hardloopjack en
vervolg onverstoorbaar mijn weg. De tierende criminelen in het veld
achterlatend. Ik kom weer terug de realiteit. Kijk toch maar even om. De weg
blijft leeg, misschien toch maar beter zo.
zondag 22 december 2013
zondag 15 december 2013
Mentale bagage
De mist
kruipt steeds dichter om de eenzame loper heen. Een flauwe halve maan probeert
vergeefs de laaghangende nevel te doorboren. Bomen flankeren iedere zijde van
de slingerende weg, daarachter is het duister. Onverstaanbare stemmen klinken
door de mist. Het lijkt wel een scene uit een matige B-film. Mijn fantasie
neemt de vrije loop. Ik vertraag ongemerkt. Behoedzaam. Lichtjes dansen mijn
richting op. Het blijkt een groep tegemoet komende lopers. Als ze me gepasseerd
zijn versnel ik om het open stuk verderop te bereiken. Ik ken deze weg op mijn
duimpje en toch laat ik mijn tempo door mijn gedachten beïnvloeden. Gedachten en lopen vormen een wisselwerking. Mentale
vermoeidheid leidt tot lichamelijke vermoeidheid en andersom. In de Runner’s World van december staat een interessant artikel over het
overtreffen van je prestaties door je brein te trainen. En ik maar denken dat
het alleen om schema’s en kilometers maken gaat. Sterker!
Ook je herstel kun je denkend beïnvloeden. Marianne, expert in
ontspanningstherapie, legt me geduldig uit dat je mentale toestand invloed
heeft op het herstellend vermogen van je lichaam. Bij gelijke omstandigheden is
aangetoond dat je lichaam minder goed hersteld als je de mentale belasting
(stress) in stand houdt. Glimlachend concludeer ik dat me druk maken om een
blessure de tijd verlengt dat die blessure duurt. Ook neem ik nogal wat
gedachten op de bagagedrager meeneem tijdens het lopen. Toch eens proberen die
thuis te laten en me op het lopen concentreren. Van de omgeving genieten. In
het artikel wordt glimlachen tijdens de loop aangehaald als stimulans voor een
automatische versnelling (en snellere tijd). Tijdens de ochtendtraining dook
het prachtige liedje Why Not Smile op de koptelefoon tevoorschijn. Misschien
moet ik dat nummer wel tijdens de hele marathon draaien. Kijken wat dat met
mijn tijd doet.
zondag 8 december 2013
Aanpassen
Mijn zoon en ik lopen samen de Erasmusbrug
op. Mijn eerste training sinds de 1,5 week rust voor de scheenblessure. Een
rustig tempo, rondje van zo'n 45 minuten. Gewoon weer even inkomen en wachten
op de reactie in mijn schenen. Een flauw zonnetje verlicht de gebouwen aan de
overkant. Er zijn meer lopers op de brug. Toch anders dan een rondje Rotte in
je eentje. Het heeft iets gezelligs. Met elkaar zonder elkaar te kennen. Als
een feestje vol onbekenden waar je toch een leuke avond beleeft. Ik zie de foto van een eerdere Rotterdamse marathons voor me. De brug vol lopers. Het beeld
stemt me vrolijk. Door de blessure ben ik over mijn trainingsmethode gaan
denken. Er moet blijkbaar eerst iets mis gaan. Mijn zelfbedachte mix van krachtoefeningen
en duurlopen is te belastend. Tijd voor focus. Bokstraining hielp mij eerder
dit jaar in een korte tijd van rsi klachten af. Die inspanning bleek een beter
medicijn dan de rust die de fysio voorschreef. Dat blijft. Zonder duurloop geen
marathon, dat blijft ook. Er is wel meer variatie nodig. Verschillende soorten
ondergrond. Mijn vrouw tipt een loopgroep in de buurt. Met ervaren trainers.
Ook tijd om aandacht aan de looptechniek te besteden dus. Beter worden. In een
keer wordt het eenvoudig. Eén tot twee keer boksen en drie tot vier keer lopen
in de week. Goed te plannen en beiden met hun eigen dynamiek. Leuk perspectief.
De dag na de bokstraining voel ik mijn schenen voor het eerst een tijdje niet
meer. Het zeurderige is er uit. Het lopen bouw ik weer op. Zondag stap ik in de
auto op zoek naar zachte bospaden. Hoe dan ook, op 13 april loop ik in de
menigte over die brug.
woensdag 4 december 2013
Au!
Mijn
schenen melden zich. Een zeurderig gevoel, out of the blue. Als een kind dat de
aandacht van moeder vraagt door zachtjes aan haar rok te trekken, terwijl ze
dacht dat hij rustig aan het spelen was. Nu nog niet vervelend, maar als je er
geen aandacht aan geeft kan dat snel veranderen. Wat is er aan de hand? Google
biedt uitkomst. Verdorie, een shinsplint. Nog nooit van gehoord, wel
de meest voorkomende blessure bij lopers. Wat doe ik eraan? Rust geven!
Verdorie, maar het gaat net zo lekker. De kilometers vliegen onder mijn voeten
door. Wat moet ik nog meer doen? Koelen met ijs en oefeningen. Na een paar dagen rust vind ik mezelf
bovenaan de trap om de spieren van mijn schenen te versterken. Als een dreinend
kind zeurt het ‘ik
wil lopen’
door mijn hoofd. Maar goed, dat helpt niet. Rustig oefenen. Ik vind dit is zo
saai. Gek is dat, buiten loop ik intussen 2 uur aan één stuk en dan voel ik een
weldadige rust opkomen. Een oefening in huis ben ik binnen 2 minuten helemaal
zat. Dit gaat
mijn geduld pas echt op de proef stellen. De onzekerheid slaat direct toe. Haal
ik het nog wel? Ik zie mezelf weer op de Coolsingel naar de finish lopen. Nu
duikt er uit het publiek echter een enorme beer op die zich tussen mij en het finishdoek
opstelt. Het idee om op 13 april niet te kunnen lopen. Dat is pas echt au!
zaterdag 30 november 2013
Het gaat vooruit
Yes,
voor het eerst 40 kilometer in een week gelopen. Dan gaat het op 1 dag ook wel
lukken toch? Een magische grens overschreden. De training van deze week komt
exact overeen met de eerste week van het schema dat ik de laatste 10 weken tot
de marathon van Rotterdam ga volgen. Een mijlpaal! Da’s
kicken. In gedachten loop ik een stukje over de Coolsingel. Ik voel
verandering. Geloof dat ik het kan halen. Lichamelijk verandert er ook het
nodige. Krachtige benen die moeiteloos de trap nemen waar ik in januari nog op
stond te hijgen. Maar ook knieën die plotseling branden
terwijl ik niets bijzonders doe op dat moment. Krampende kuiten die mijn slaap
verstoren. Een vreemd verlangen om te lopen. Wat is nou een uur op de weg? Doe
er gerust een kwartiertje bij, ik kan het aan. Als de kaasboer die altijd
vraagt of ietsje meer mag. Ja het mag, want ik ben ervan gaan genieten. De
afstand bevestigt wat ik voel. Het gaat vooruit. Rotterdam komt steeds een
stukje dichterbij.
Abonneren op:
Posts (Atom)