Op deze doordeweekse avond kies ik voor een 10k rondje om
de velden, waarvan zo'n 4 km over een onverlichte weg. Ik loop alleen, het is
al laat in de avond. Om deze tijd kom je hier niemand tegen. De Rotte aan de
ene kant, kaal landbouwgrond aan de andere. Ik loop over de dijk als ik op 10
uur de koplampen van een auto zie komen. Hij draait de weg uit die ik zo in zal
slaan en rijdt over de onderweg langs het omgeploegde veld. De bestuurder
draait de auto 180 graden terug in richting waar hij vandaan kwam. De motor
gaat af, de koplampen uit. Ik loop er op zo'n 30 meter afstand langs, kan niet
zien wat zich in de auto afspeelt. Nu heb je tijdens zo’n trainingsronde alle tijd om je gedachten uitgebreid hun
gang te laten gaan. Een paar minuten later draai ik de weg in waaruit de auto
kwam. Mijn fantasie gaat intussen met mij op de loop. Wat gebeurt er in die
auto? Een vrijend stelletje? Een criminele transactie in het Zevenhuizens
circuit? Ben ik onbedoeld een riskante getuige. Mijn verbeelding schakelt naar de
vierde versnelling. De bestuurder kijkt zijn maat aan. “Die hardloper kunnen we niet laten lopen”, zegt hij verbeten, “die heeft ons vast gezien”. Hij start de auto, geeft vol gas, scheurt de bocht om en
jakkert achter me aan. Ik hoor de auto boven de muziek in mijn koptelefoon uit naderen.
Zie mezelf slim de berm opzoeken. De lichten naderen. Ik stop draai me om, blijf
cool en kijk recht naar het snel naderende voertuig. Op het laatste moment
spring ik opzij, rol atletisch over de grond. De auto mist me volledig, vliegt
over de berm en greppel en ploft met 4 wielen in het drassige land. Hij zit
direct muurvast. Ik sta op, klop het vuil van mijn modieuze hardloopjack en
vervolg onverstoorbaar mijn weg. De tierende criminelen in het veld
achterlatend. Ik kom weer terug de realiteit. Kijk toch maar even om. De weg
blijft leeg, misschien toch maar beter zo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten