Het gaat wel heel erg goed denk ik op woensdagavond na een
10km loop met de Rotterdam Running Crew. Deze club organiseert lopen door delen
van Rotterdam waar je niet zo snel komt. Mijn vrouw vindt dat hartstikke leuk
en ik ga een keertje mee. Bij het vertrek uit het monumentale gebouw van de
Schiecentrale sluit ik me per ongeluk aan bij de 6.00 tempogroep. Uiteindelijk
lopen we door Schie- en Keilehaven ruimschoots binnen dat tempo. En
dat op een doordeweekse avond na een drukke werkdag. Optimisme viert hoogtij en
ik schroef voorzichtig mijn streeftijd voor de marathon omlaag. Twee dagen
later slaat de koorts onverbiddelijk toe. Brak worstel ik me door het weekend.
Geen training, geen halve marathon op zondag, hoe moet dat met het schema? Ik
slik medicijnen waar de nationale dopingautoriteit de wenkbrauwen bij zou
fronsen. Alles om zo snel mogelijk weer de weg op te gaan. Mijn vrouw laat me
een artikel lezen van een sportarts die daarin uitlegt dat je 1 à 2 dagen
klachtenvrij moet zijn om weer te mogen sporten. Rust is belangrijk, maar voor
conditiebehoud mag je de gewone dingen waar mogelijk blijven doen. Dat triggert
me, dus ik probeer zo veel mogelijk in huis te doen en hang even later hijgend
bovenaan de trap. Dan maar de keuken in, bananenbrood bakken. Een recept van
Dafne, jazeker de wereldkampioene. Een uur later dampt mijn eerste zelfgebakken
brood op het aanrecht, zo jammer dat ik er snotverkouden niks van proef. Uitgeput
val ik op de bank in slaap. De dagen erna doe ik helemaal niets meer. Ze hebben
namelijk gelijk, rust is het enige dat echt helpt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten