Net als ik het moeilijk heb haalt de oude man mij relaxed
fietsend in. Je ziet het gelijk aan mij. Ik sjok wat meer, kijk moeilijk, zeg
maar de somberste blik van Frank de Boer in het kwadraat. “Rotterdam is nog een heel eind” roept hij me toe en zet aan om
zijn vrouw bij te halen die een meter of 10 voor hem fietst. Terwijl zij
langzaam uit mijn wazige blikveld verdwijnen meldt Runkeeper zich via het
felgeel gekleurde oortelefoontje met de teleurstellende mededeling dat na 9km mijn
gemiddelde snelheid aan het dalen is. Versnellen dus! Luidt piepend alarmeert
de hartslagmeter dat ik boven mijn limiet zit . Vertragen dus! Aangezien ik het
iedereen, inclusief elektronische apparaten, naar de zin wil maken vertraag ik
mijn pas iets, waardoor mijn hartslag wat daalt en mijn snelheid nog net boven
mijn minimum zit. Ik ben op weg naar Rotterdam, de marathon van…. om precies te
zijn. Volgend jaar april is het zover. Het idee was er toen mede 50+’er Theo
tijdens een wandeling in Istanbul liet vallen dat hij dat wel een keer wilde
doen. ‘ Ik doe mee’ riep ik schuifelend
in de menigte bij het Topkapipaleis, waar de doorstroming wel iets weg heeft
van de start van een drukbezocht loopevenement.
In de vrolijke vakantiestemming de gevolgen in de vorm van trainen, een ander
voedingspatroon en beroep op doorzettingsvermogen totaal niet overziend. De
impact dringt langzaam door. Zoals vandaag, als ik over een zonovergoten
fietspad langs de Rotte mijn kilometers maak, terwijl mijn vrouw en kinderen
met een lekker broodje over het dorpse oogstfeest struinen. Een bochtje verder
doemt de skyline van Rotterdam voor me op. Daar ligt het doel en ik denk in een
flits dat ik die 42,1 kilometer daar kan lopen. Die gedachte stemt me vrolijk,
de zon schijnt net wat lekkerder en de wereld wordt vriendelijk. Ik ben op weg
naar Rotterdam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten